Ik beschouw mijn verslaving als een bepaald soort gekte. Over het geheel genomen ben ik een tamelijk normaal mens, behalve waar het gaat om drank en drugs. Dan ben ik onvoorspelbaar en onbetrouwbaar en kan ik dingen doen die helemaal niet normaal zijn. Daar heb ik niet altijd last van. Het kan heel lang goed gaan. Dan heeft mijn normale ik het voor het zeggen en is er niets dat mij van andere mensen onderscheidt. Maar dan ineens neemt mijn gekte het over en die laat me dingen doen die me weer in de buurt brengen van alcohol of andere middelen. Gelukkig is het al jaren gebleven bij gedachten en is me een terugval bespaard gebleven.
Lotgenoten
Het lastige is, dat ik zelf niet precies weet, wanneer mijn normale ik aan het woord is en wanneer mijn gekke ik. Om dat in de gaten te houden heb ik anderen nodig; lotgenoten. Mensen die net zo gek zijn als ik en weten wat er aan de hand is. Tot op de dag van vandaag heeft dat geholpen.
Twee persoonlijkheden
Ik vertel het nu over mezelf, maar ik heb het natuurlijk over alle verslaafden. De voorbeelden van dit onbegrijpelijke gedrag zijn legio. Vooral voor hun omgeving kan dat onbegrijpelijk zijn, maar ook voor de verslaafde zelf. Liefhebbende vaders, die het geld voor boodschappen uitgeven aan cocaïne, wetend dat ze hun gezin daardoor tekort doen. Verslaafde jongeren die hun ouders bestelen om aan drugs te komen. Vrouwen die stiekem drinken, terwijl ze net aan hun man bezworen hebben dat dat nooit meer doen. Dat is wat de gekte met je doet. Die laat je dingen doen die totaal niet bij je passen. Het lijkt wel of er twee persoonlijkheden in jezelf zitten: je echte zelf en je verslaving.
De gekte neemt het over
Partners, kinderen en ouders worden hiervan vaak wanhopig. “Hou je meer van de drank (of drugs of gokken) dan van mij?” Het antwoord is meestal dat verslaafden zielsveel houden van hun naasten, net zoveel als “gewone mensen” houden van hun geliefden. Echter, bij verslaafden neemt de gekte het soms over en dan gebeuren heel andere dingen.
Laat je niet gek maken!
Ik zei al, ik heb lotgenoten nodig om mij in de gaten te houden. De gekte gaat niet weg. Zij kunnen me waarschuwen wanneer ik riskant bezig ben. En ik ben inmiddels wel veel beter in staat om te zorgen dat ik mijn gekte niet al te veel kans geef om het over te nemen. Ik mijdt situaties waar veel gedronken wordt, ik zorg dat ik niet de drank ga idealiseren, en ik besef dat ik niet ben als “gewone mensen”, die kunnen stoppen na twee biertjes. Ik weet dat ik de gekte in mij heb en neem daarmee geen risico’s. Ik laat me niet meer gek maken.
Bert: 'Ik beschouw mijn verslaving als een bepaald soort gekte.'
Bert Piët
Nieuwsbrief
Deze column is verschenen in de Nieuwsbrief van Triora in februari 2015. Wilt u onze nieuwbrief ontvangen via e-mail? Inschrijven kan op de Nieuwsbriefpagina. Op de Nieuwsbriefpagina kunt u ook alle voorgaande columns terug vinden.