Veel mensen gaan er nog steeds van uit dat verslaafden mensen zijn met een gebrek aan wilskracht. Al jaren geleden is gebleken dat dat niet zo is. Verslaving is een ziekte.
Dat verslaving een ziekte is, is aangetoond in hersenonderzoek. Hieruit blijkt dat de hersenen van verslaafden anders reageren op middelen dat de hersenen van niet-verslaafde mensen. En ook uit erfelijkheidsonderzoek is aangetoond dat verslaving vaak een kwestie is van genetische aanleg. Alle medische beroepsorganisaties erkennen verslaving dan ook al geruime tijd als ziekte. Duidelijk is ook dat het een chronische ziekte is: wie eenmaal verslaafd is, kan nooit meer zonder risico alcohol of drugs gebruiken of gokken.
'Verslaving is een hersenziekte'
Verslaving als ziekte erkennen
Ook verslaafden zelf hebben er vaak moeite mee om hun verslaving als ziekte te zien. “Ik heb het zelf gedaan.” Veel verslaafden denken dat ze hun eigen verantwoordelijkheid ontlopen, wanneer ze erkennen dat ze een ziekte hebben. En verslaving ervaar je zelf niet als ziekte: “als ik niet gebruik ben ik helemaal normaal.”
Eerst het punt van verantwoordelijkheid. Het feit dat je een ziekte hebt, maakt je niet minder verantwoordelijk voor je daden. Als je onder invloed een auto hebt gereden, zal de rechter je verslaving echt niet als excuus zien. En - dichter bij huis – als verslaafde heb je wel degelijk wat goed te maken met geliefden, die hebben geleden onder alle ellende van de verslaving.
Dan de ziekte zelf. Verslaving is wat makkelijker te begrijpen door het te zien als een omgekeerde allergie. Niemand heeft er moeite mee om een allergie als een ziekte te zien: het feit dat je lichaam heftig reageert: bijvoorbeeld huiduitslag krijgen van varkensvlees, noten of aardbeien.
Omgekeerde reactie: aantrekkingskracht
Bij ons verslaafden gebeurt eigenlijk hetzelfde: ons lichaam reageert heel heftig op bepaalde stoffen. Alleen is de aard van de reactie omgekeerd: in plaats van een afstotingsreactie hebben we een aantrekkingsreactie. Daardoor krijgt een verslaving ook veel meer grip op je leven dan een allergie. Als je eenmaal weet dat je doodziek wordt van pinda’s, eet je ze niet meer. Maar als je eenmaal weet dat je je heerlijk gaat voelen na een paar biertjes, wil je dat steeds vaker.
Ons middel en onze geest
De psychische component bij verslaving is dan ook veel groter dan bij een “gewone” allergie. Nog jaren nadat we gestopt zijn kan de gedachte komen dat één drankje, één jointje, één snuifje of één gokje geen kwaad kan. En dat terwijl we eigenlijk heel goed weten dat dat alleen maar narigheid kan brengen. Wanneer het gaat om ons middel, is onze geest niet helemaal betrouwbaar. We hebben een gekte, die ons makkelijk opnieuw in de problemen kan brengen. En die gekte blijft – hoe lang we ook clean en nuchter zijn. Juist om die reden kom je er als verslaafde alleen niet uit. Je hebt anderen nodig, die je helpen om nuchter te blijven denken. En gelukkig zijn die anderen er altijd in de vorm van zelfhulpgroepen en sponsors.
Bert Piët
Nieuwsbrief
Deze column is verschenen in de Nieuwsbrief van Triora in november 2014. Wilt u onze nieuwbrief ontvangen via e-mail? Inschrijven kan op de Nieuwsbriefpagina.