'Als ik toen niet besloten had om mezelf te laten helpen, dan had ik hier echt niet meer gezeten..'
'Ik ben er weer. Ik doe weer mee. En dat is het grootste cadeau wat ik eigenlijk mezelf heb kunnen geven. Blij zijn is eigenlijk daarvoor nog niet eens het goede woord. Het is echt van binnenin echt gelukkig zijn van: hé, ik heb het gered'.
Toos voelde zich eenzaam door alcoholverslaving
Niet in de gelegenheid de video te bekijken? Hieronder staat de tekst.
Toos: Mijn dagen, die … Ja … Het eigenlijk heel laat uit bed komen en toeleven naar vier uur ongeveer. En dan was het wel tijd om mijn eerste drankje te pakken. Verder eigenlijk weinig activiteiten.
Mijn enige activiteit en daar was ik ontzetten goed in eigenlijk, dat was koken. Want ik mijn keuken had ik de meest briljante plekken verzameld waar ik altijd wel iets kon vinden, kon verstoppen. Maar tijdens het koken; gerechten bedacht ik dan die dan heel lang duurden. Dan kon ik ook lang in de keuken blijven staan tot ik dat level weer had bereikt dat ik wat rustiger werd.
Niet iedere dag was dan precies hetzelfde, maar het schrijnde wel voort in diezelfde trend. En wat er later bijkwam is dat ik me heel erg ging afzonderen: niet meer naar een verjaardag. Niet meer naar een receptie. Ik werd eigenlijk steeds eenzamer en eenzamer.
Ik heb mensen echt beschadigd. En zeker als ik een bui had waarin ik dronk, dat er agressie bijkwam, heb ik de meest vreselijke dingen gedaan. Daar kan ik nog steeds (heden ten dage) nog steeds het schaamrood op mijn kaken krijgen dat ik denk: wat voor duivel zat er in je?
En mijn man, die me toch zo ontzettend trouw is gebleven en lief voor me … En hem heb ik zo een pijn gedaan. Dat … Ja, dat … Die komt weer even binnen. Dat … Gewoon gelogen, gemanipuleerd. Zelfs tot aan: “Goh, wat zie je er slecht uit. Nou ja, we schelen ook veertien jaar: jij bent al een stuk ouder, hè? Je moet gewoon naar bed gaan. Ga gewoon lekker naar bed toe. Ik kan niet zo goed met je.” Om maar zelf te kunnen drinken.
Dat probeer ik heden ten dage nog steeds iedere dag goed te maken en met hem erover te praten. Eerlijk zijn. En andere mensen (mijn zusje, mijn zwager), die heb ik ook …
Ja … Je biedt excuus aan en je gaat het gesprek aan. Excuus is dan ook zo … Ja … Ik zeg: “ja oké, ik heb mijn excuus aangeboden.”
Maar ze hebben het me vergeven. Ze hebben me weer omarmd en gezegd van: “Hè, wat heerlijk: we hebben de oude Toos weer terug. Nee, het is niet goed wat je gedaan hebt. Nee. We zijn heel verdrietig geweest, maar hoe kunnen we nu anders nu je het zelf vertelt en zelf ze open en eerlijk bent? We gaan er weer voor.” En ja … Ook dat zijn cadeautjes, cadeautjes van herstel.
Ik ben ontzettend blij dat ik mij bijna twee jaar geleden heb op laten nemen. Dat is een hele weg voordat je daar komt. De blijheid is dat ik mezelf teruggevonden heb. Dat ik het waard ben om van te houden. Dat ik me niet meer zo eenzaam voel.
Ik ben er weer. Ik doe weer mee. En dat is het grootste cadeau wat ik eigenlijk mezelf heb kunnen geven. Blij zijn is eigenlijk daarvoor nog niet eens het goede woord. Het is echt van binnenin echt gelukkig zijn van: hé, ik heb het gered.
En als ik toen niet besloten had om mezelf te laten helpen, dan had ik hier echt niet meer gezeten. Dus lucky me. Ja.
Dat ik mijn eerste kerstfeest volledig nuchter meemaakte, en dat ik de andere ochtend om acht uur mijn bed uit was … Nou, ik bedoel, dat was jaren niet gebeurd. Maar helemaal fris en fruitig en vrolijk … En dat mijn man en ik allebei in pyjama aan het dansen waren en Florian (die kleine, mijn kleinzoon), die sprong eromheen. We hebben kaarsjes aangedaan. Hebben we kerstliedjes zitten zingen met elkaar.
Dat is geen geheim, maar het hangt er wel vanaf van: ik hoef niet meer en ik wil niet meer. Dus eigenlijk ook nog weer een cadeau die ik aan de goede kant kan zetten: mijn eerste kerstfeest. En straks (over zes weken geloof ik al, 50 dagen) wordt het mijn tweede kerstfeest fris en fruitig.
Geen champagne, maar een ijsje
Toos stond er sceptisch tegenover een opname in de kliniek en tegenover het bezoeken van meetings. Toen Toos en haar man hun huis verkochten zei Toos: 'hier hoort eigenlijk champagne bij’. Haar man moest lachen en zei 'We rijden langs de Texaco en dan nemen we een lekker ijsje.' 'Geen champagne, maar een ijsje', is een mooi voorbeeld van een 'herstelcadeau' dat Toos ervaren heeft.
Het aantal vrouwen met een alcoholprobleem neemt de laatste jaren sterk toe. Twijfelt u of u verslaafd bent aan alcohol? Doe dan de alcoholtest.